Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

358 - Water, water van de doop


Een eerste kennismaking

Dit dooplied van André Troost kent een heldere structuur. De hoekstrofen zijn een accolade: het water van de doop is ‘taal en teken van hoop’ (strofe 1) en bron van hoop (strofe 5). De middenstrofen verwijzen naar bijbelverhalen waarin het water een beeld is van de doop: Noach en de vloed, Mozes en de Nijl en Jezus bij de Jordaan.
De tekst werd oorspronkelijk geschreven op de melodie van Psalm 136. Later schreef Wim ter Burg een eigen melodie. De liedboekredactie wenste een meer sprankelende melodie en gaf daarvoor een opdracht aan Hans van Haeften. De componist is daar zeker in geslaagd: een melodie in een 7/8-maat, waarbij elke regel hetzelfde ritme heeft. De slagwerkpartij helpt goed om dat ritme vast te houden.

Auteur: Pieter Endedijk


André Troost
Hans van Haeften

Tekst

Deze toelichting bij de liedtekst is overgenomen uit ‘Commentaar bij Zingend Geloven 7’ en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.  

De eerste regels van de vijf strofen van dit dooplied spreken achtereenvolgens van het water van de doop (strofe 1), van de vloed (2), van de Nijl (3), van de Jordaan (4), om af te sluiten waarmee het lied begon.
Daarmee zijn de bijbelse noties aangegeven, die de dichter inspireerden tot dit lied. De bijbelse taferelen, op menig doopvont zichtbaar gemaakt, worden hier zingbaar, zoals die van de ark van Noach en de regenboog, het biezen mandje van Mozes in de Nijl, en die van Jezus’ doop in de Jordaan. Het doopvont, dat André Troost voor ogen stond, was dat van de Maranathakerk in Woerden, dat daar staat als een fontein, als een put van levend water, een bron van hoop, wit en veelbelovend, zonder woorden veelzeggend voor klein en groot. Onder de indruk van dit doopvont werd het lied geschreven.
Het laatste couplet is eventueel te zingen ná de doop. Het zegt nog eens kort en bondig hoe hoopvol het doopwater werkt: bevrijdend en genezend. Strofe 5 eindigt met een trinitarische doxologie, zodat zingenderwijs nóg een keer de naam van de Vader, de Zoon en de Geest worden genoemd.


Melodie

Aanvankelijk geschreven bij de melodie van Psalm 136, schreef Wim ter Burg (1914-1995) er later een nieuwe melodie bij. Deze is opgenomen in Zingend Geloven 2 (nr. 76) en Zingend Geloven 7 (nr. 80). Hans van Haeften schreef in opdracht van de Liedboekredactie een nieuwe melodie.