Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

443 - De engel Gabriël komt aangesneld


Een eerste kennismaking

Een van de beroemdste Engelse Christmas Carols is het lied dat als de titel draagt Gabriel’s Message. Het is een bewerking van een Baskisch kerstlied. In de tekst worden de annunciatie (de aankondiging van Jezus’ geboorte van de engel) en het Magnificat (de lofzang van Maria) op elkaar betrokken. Men kan zeggen dat dit lied een uitbeelding in klank is van de vele annunciatieschilderijen uit de Italiaanse renaissance. De tekst vertolkt een dubbele beweging: van boven naar beneden (de engel) en van beneden naar boven (Maria). Deze tegenstelling wordt mooi uitgebeeld, waarbij heel bijzonder is dat de engel de woorden uit het Magnificat in de mond neemt: ‘alle mensen danken jou de eeuwen door’ (couplet 2). In het volgende couplet (regel 3) staan woorden uit het Magnificat, maar nu uit de mond van Maria. Daarbij is de nederigheid van Maria in de Nederlandse tekst geworden tot verwondering: zij verheft haar hoofd. In het Engels staat hier Then gentle Mary meekly bowed her head.
Evenals de tekst vindt ook de melodie zijn oorsprong in Baskenland. Charles Edgar Pettman bewerkte de melodie en zijn fraaie koorzetting is in de koorbundel opgenomen.

Auteur: Pieter Endedijk


The Angel Gabriel from heaven came

Carols
Baskenland, bewerkt door Sabine Baring-Gould
Andries Govaart
BaskenlandCharles Edgar Pettman
Tune: GABRIEL’S MESSAGE

Tekst

Herkomst en verspreiding

In de bekende uitgave University Carol Book van de musicoloog Richard Runciman Terry (1865-1938) en organist-dirigent Charles Edgar Pettman (1866-1943) stonden onder meer carols uit Baskenland.
Een daarvan betrof The angel Gabriel from heaven came down, een vertaling van de Baskische carol Birjina gaztettobat zegoen over de aan­kon­di­ging door de en­gel Ga­briël aan Ma­ria van de ge­boor­te van Chris­tus. De Baskische tekst voert terug op de anonieme Latijnse carol Angelus Ad Virginem uit de dertiende eeuw, die vermoedelijk in diezelfde eeuw in Franse franciscaner kring ontstaan is.
De vertaling in het University Carol Book werd gemaakt door Sabine Baring-Gould, met wie Pettman veel samenwerkte. De Baskische carol was mogelijk bekend uit de Douze Noëls populaires basques (Parijs 1897) die Charles Bordes (een leerling van César Franck), inclusief Franse vertalingen van de carols, uitgaf als aflevering in de serie Archives de la Tradition Basque. Dit is de vroegst bekende bron van de Baskische carol.
Het is ook mogelijk dat Barin-Gould het lied kende uit zijn jeugd, toen hij een winter in Baskenland verbleef.
In 1933 verscheen een andere Engelse vertaling, gemaakt door J.O’Conner, in de bundel Two Hundred Folk Carols van Terry, waarvan Pettman de muziekredactie had. Maar deze vertaling met de beginregel A maiden was adoring God the Lord is aanmerkelijk minder populair geworden dan die van Baring-Gould.
In 1971 verscheen Baring-Coulds vertaling in het New Catholic Hymnal, en sindsdien is hij in veel kerkelijke liedbundels opgenomen. Vaak kreeg het lied een plaats in de rubriek ‘Christmas’. In Common Praise, de editie van Hymns Ancient & Modern uit 2000, is de carol geplaatst in de rubriek Blessed Virgin Mary. In de Church Hymnary (Canterbury 2005), met zijn op de dogmatiek geïnspireerde rubriekindeling, vinden we de carol in de rubriek ‘Christ Incarnate – Promise of the Messiah’.

Nederlandse versie

De vertaling Baring-Could ligt ten grondslag aan de vertaling die Andries Govaart voor het Liedboek maakte. Het betreft een vrij nauwkeurige vertaling van de vier strofen van het Engelse origineel. De coupletten bestaan uit vier jambische versregels van 10-10-12-10 (of 7-3) lettergrepen, en het rijmschema A-A-B-C.
Een verschil met het origineel van Baring-Gould is dat Govaart het lied in de tegenwoordige tijd vertaalt, waardoor het tafereel van de annunciatie nog dichter bij de lezer gebracht wordt. Daarbij speelt ook het visuele aspect in Govaarts versie een grotere rol dan in het origineel. Zo is het woord ‘aangesneld’ ingegeven door het beeld dat de vertaler bij de de carol had; hij zag de renaissancistische iconografie voor zich waarop de annunciatie-engel afgebeeld staat die ’bij wijze van spreken de remmen moet aantrekken om niet tegen het meisje Maria op te knallen…’Een voorbeeld is de Annunciatie uit 1540 van Titiaan:

 

Inhoud

In de carol wordt de geschiedenis van de annunciatie (Lucas 1,26-38) verteld, grotendeels in de vorm van een tweespraak tussen de engel en Maria. Zoals karakteristiek is voor het carol-genre is het een eenvoudig verhalend lied, waarin bijvoorbeeld noties uit andere Bijbelgedeelten niet tot nauwelijks een rol spelen.
Typerend voor deze carol is dat de annunciatie verbonden wordt aan de Lofzang van Maria (Lucas 1,46-55). Met name het volgende fragment uit het Magnificat staat centraal in de carol:

Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen. (Lucas 1,48)

In deze versregel treffen we een tegenstelling aan tussen ‘minste dienares’ en ‘het gelukkig prijzen door alle geslachten’, die we in het eerste couplet terugvinden:

Gegroet, zegt hij, Maria, meisje zo gewoon,
hoogst uitverkoren vrouwe. Gloria.

Deze tegenstelling beheerst de hele carol en gaat bovendien gepaard met andere tegengestelde elementen. Zo wordt de engel als een heel bijzondere verschijning bezongen door de tegenstelling tussen sneeuwwitte vleugels en vurige ogen (couplet 1, regel 2; vergelijk Openbaring 1,14). De engel mag dan bijzonder zijn, Maria daarentegen wordt eerst ‘meisje zo gewoon’ genoemd, maar direct daarna toch ook ‘hoogst uitverkoren vrouwe’. De laatstgenoemde betiteling, die de vierde versregel van alle coupletten vormt, wordt verder uitgewerkt in couplet 2, waar de engel – heel curieus – de woorden uit Maria’s lofzang in de mond neemt:

en alle mensen danken jou de eeuwen door;
hoogst uitverkoren vrouwe. Gloria.

Fraai in dit couplet is ook de verbinding tussen verleden (‘langverwacht’) en toekomst (‘de eeuwen door’).

In het Engelse voorbeeld opent de derde strofe met een versregel waarin de gewoonheid en nederigheid van Maria verwoord wordt en die refereert aan Lucas 1,38: Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat U hebt gezegd.’:

Then gentle Mary meekly bowed her head
(Dan buigt de tedere Maria nederig haar hoofd)

Aanvankelijk had Andries Goovaart vertaald:

Verlegen knikt Maria, buigt het hoofd

Maar dit stuitte op bezwaren van een aantal leden van de liedboekredactie, die deze vertaling te vrouwonvriendelijk en rolbevestigend vond. Na een uitvoerige discussie koos de redactie voor de versie:

Verwonderd kijkt Maria, heft haar hoofd

In het derde couplet treffen we opnieuw een verwijzing naar het Magnificat (Lucas 1, 46-47) aan. Maria zingt in die strofe:

voor mij is goed wat God belooft.
Mijn ziel zingt hoog de Heer en prijst zijn grote naam:
hoogst uitverkoren vrouw. Gloria.

In het slotcouplet verplaatst het toneel zich van Nazaret, waar de aankondiging van Christus’ geboorte aan Maria plaatsvond, naar Betlehem, de plaats waar de Heer uit haar werd geboren:

Emmanuel, de redder, bracht zij voort
in Betlehem, die kerstnacht naar Gods woord
voor allen die geloven zal zij altijd zijn
hoogst uitverkoren vrouwe. Gloria.

De laatste twee regels verwijzen weer naar het Magnificat (Lucas 1,48).

Stonden de eerste drie strofen in de tegenwoordige tijd, de slotstrofe gaat over in de verleden tijd: ‘… de redder, bracht zij voort’. In de derde regel wordt de blik gericht op de toekomst: voor allen die geloven zal Maria altijd zijn hoogst uitverkoren vrouwe.


Melodie

De Douze Noëls populaires basques van Charles Bordes vormt niet alleen de vroegst bekende bron van de tekst, maar ook van de melodie. Daarin stond de melodie als volgt genoteerd:

 Toen de carol in University Carol Book opgenomen werd, wijzigde Pettman, die de muziekredactie van die bundel voerde, de melodie op een paar plaatsen. Hij verlaagde aan het einde van regel 2 en van het gloria de verhoogde leidtonen. Bij Bordes eindigde de tweede regel met drie gepuncteerde kwartnoten en was deze dus ritmisch gelijk aan de eerste regel. Bij Pettman is er een wijziging aan het slot van de tweede regel:

 In de Gloria-regel ‘miste’ oorspronkelijk de vijfde noot:

De melodie raakte in de versie van Pettman bekend onder de naam Gabriel’s Message. Evenals de inhoud van tekst is de melodie ongecompliceerd; zij kan – voor zover al niet bekend – eenvoudig aangeleerd en meegezongen worden.

De eerste twee regels spelen zich af tussen de lage dominant d’ en c”, terwijl in regel 3 de melodie in een hogere ligging terechtkomt en de hoge dominant d” aanraakt.
De eerste vier regels zijn ritmisch sterk aan elkaar verwant: het ritme kort-lang van de regels wordt in elke regel afgesloten met gepunteerde kwartnoten.
Het slot van de vierde regel is mét het toegevoegde Gloria een samenvoeging van het einde van regel 1 en van regel 2:

De tweede regel is – afgezien van het slot – een herhaling van de eerste regel. De vierde regel is verwant aan de derde regel.


Liturgische bruikbaarheid

Het zou voor de hand liggen de carol te zingen op 25 maart, het feest van de Aankondiging van de Heer (Maria Boodschap). Maar – zoals hierboven al genoemd – wordt het lied in Engelse bundels bijna altijd in de rubriek Christmas geplaatst. De redactie van het Liedboek bracht het onder in de rubriek Getijden van het jaar – Adventstijd. Dit houdt verband met het feit dat het bijbelgedeelte over de annunciatie op de vierde adventszondag in het C-jaar de evangelielezing is. Ook speelde een rol dat velen de Annunciatie als adventsverhaal verstaan, de viering ervan op 25 maart onder protestanten tot op heden nauwelijks voorkomt, alhoewel daar hier en daar verandering in komt.
Vanzelfsprekend kan de carol ook gezongen worden in de Festival of (Nine) Lessons and Carols die ook in Nederland op diverse plaatsen gehouden wordt.

Auteur: Jan Smelik


Links

Klik hier voor 'Gabriel's Message' door King's College Choir Cambridge o.l.v. Stephen Cleobury


Media

Uitvoerenden: Schola van de Lutherse Gemeente Ede o.l.v. Annemarie van der Meij; Dick Troost, orgel